Zorgethiek opdracht Emma van Dijk

    De hoofdopdracht – casus met ethisch dilemma

     Fase 1: De situatie en het dilemma

    Op mijn werk in het verpleeghuis het Hamersveld in Leusden kom ik een ethische dilemma tegen in de ouderenzorg. Het gaat om mevrouw Kooiman.

    Mevrouw Kooiman is 77 jaar en woont nu sinds een 1,5 jaar bij het Hamersveld. De echtgenoot van mevrouw is afgelopen jaar overleden aan longkanker. Mevrouw voelt zich nu erg alleen. De verpleegkundige/verzorgenden hebben niet altijd tijd (door de werkdruk) om naar mevrouw te luisteren of een gesprek te voeren. Sinds een paar maanden is de zorgrobot Alice aangeschaft. Dit is een zorgrobot die de eenzaamheid van ouderen verminderd door hun een luisterend oor te bieden.  De zorgrobot Alice komt 4x per week langs bij mevrouw om een luisterend oor te bieden.

    Het ethisch dilemma voor mevrouw Kooiman: ‘Kan een robot een band met iemand opbouwen en een mens van vlees en bloed vervangen’

    Het ethisch dilemma voor verpleegkundige of maatschappelijk werkster: ‘Kan een zorgrobot mijn werk/baan over een paar jaar overnemen? Ben ik dan mijn baan kwijt?’

    Fase 2: De analyse

    De handelingsmogelijkheden van de verpleegkundige zijn:

    • Maatschappelijk werker inschakelen om met mevrouw Kooiman te praten.
      • Voordeel: maatschappelijk werker reageert niet zoals een robot. Een mens heeft echt gevoelens en de antwoorden komen niet uit een computer.
      • Nadeel: maatschappelijk werker heeft niet heel lang de tijd en je moet een afspraak van tevoren maken.
    • Vrijwilliger inschakelen die met mevrouw Kooiman kan praten.
      • Voordeel: vrijwilliger reageert met echte gevoelens en praat niet zoals een robot.
      • Nadeel: vrijwilliger doet het vrijwillig en komt misschien niet iedere week en heeft ook bepaalde tijd.
    • Zorgrobot inschakelen:
      • Voordeel: robot heeft heel de dag de tijd voor de ouderen, robot maakt het ook niks uit of het verhaal al vaak verteld is.
      • Nadeel: Robot heeft gevoelens vanuit de computer, dit kan niet gemeend overkomen. Robot kan een virus krijgen, waardoor die niet meer beschikbaar is.

    Waarden, normen en belangen van de ouderen:

    • De oudere zijn vaak ‘bang’ voor nieuwe technologie. Ze hebben hier niet zoveel kennis van.
    • De oudere zijn gewend dat je om elkaar denkt, zodat je niet eenzaam bent. Ouderen vinden dit lastig om verhaal kwijt te kunnen bij een ‘vreemde robot’
    • De oudere vindt het wel fijn als iemand naar diegene luistert.

    Waarden, normen en belangen van verpleegkundige:

    • De zorgrobot kan niet inleven in de situatie/persoon.
    • De zorgrobot kan wel een luisterend oor bieden.
    • De zorgrobot heeft meer tijd dan een verpleegkundige/maatschappelijk werker.

    Beroepscode van de verpleegkundigen:

    Als verpleegkundige richt je je op kwaliteit van leven en het welzijn van de zorgvragers. Dit doe je door het bevorderen, in standhouden en herstellen van gezondheid en het voorkomen van ziekte en beperking of door lijden en ongemak te verlichten. Je ondersteunt en begeleidt mensen gedurende de zorg.

    Artikelen uit de beroepscode op de casus gericht:

    • 2: Als verpleegkundige stel ik in de zorgverlening belangen van de zorgvrager centraal.
      • Je kijkt naar de belangen van de zorgvrager en dan kijk je of de zorgrobot hierbij past.
    • 3: Als verpleegkundige stem ik de zorgverlening zoveel mogelijk af op de zorgbehoeften, waarden en normen, culture levensbeschouwelijke opvattingen van de zorgvrager.
      • Je kijkt goed naar de waarden en normen en culture levensbeschouwelijke opvattingen van de zorgvrager.
    • 11: Als verpleegkundige respecteer en bescherm ik de privacy van de zorgvrager.
      • Als de zorgvrager de zorgrobot liever niet over ‘de vloer’ heeft, respecteer ik deze keuze.

     Fase 3: De besluitvorming

    In de casus van mevrouw Kooiman zou ik een maatschappelijk werkster inschakelen, omdat ik vind dat een robot geen mens kan vervangen qua uitingen van gevoel en reageren op persoonlijke verhalen. Wel zou je de robot 2x in de week op bezoek kunnen laten komen bij mevrouw. Zo heeft mevrouw beide opties en kan ze zelf kiezen wat ze wil.

    Tijdens de ADL zorg, praat je natuurlijk ook met de zorgvrager. En zou ik evalueren hoe het met mevrouw gaat en wat het fijnste voor het werk gaat.

    Zoals in de vorige fase beschreven, zijn alle artikelen uit de beroepscode belangrijk. Dit maakt je tot wie je moet zijn als verpleegkundige. Ik zou het natuurlijk overleggen met mijn collega’s.

     

     

     

     

     

    Zorgethiek opdracht Marlies Roorda

    De hoofdopdracht – casus met ethisch dilemma

    Fase 1: de situatie en het dilemma

    Ik ben verpleegkundige en werk in het ziekenhuis ‘Meander’ in Amersfoort. Ik heb het hier erg naar mijn zin en werk momenteel op de dialyse afdeling voor 16 uur in de week.

    Regelmatig komt er een ethisch dilemma voorbij. Zo ook vandaag op mijn werk; opnieuw is Henk Bont op de dialyseafdeling. Henk is 26 jaar en komt al een kwart jaar met regelmaat in het ziekenhuis. Doordat hij 2 keer in de week op mijn afdeling komt, begin ik hem steeds beter te leren kennen. Henk is nierpatiënt en heeft nieren die nauwelijks tot niet meer werken. Hij heeft in principe een kunstnier nodig om in leven te blijven. Dit is ook de reden dat hij moet dialyseren. Henk is er altijd en ik, als verpleegkundige, sluit hem dan aan op het dialyseapparaat. Tijdens deze handeling kunnen Henk en ik leuk praten. Hij gaf vandaag aan regelmatig te stappen en meer te drinken dat eventueel mag. Hij gaat op zo een avond over de toegestane richtlijnen voor de hoeveelheid alcohol.

    Voor mij, als verpleegkundige geld het ethisch dilemma: ‘Moet ik de keuze van de patiënt leidend laten zijn als dit niet leidt tot een optimale gezondheidsuitkomst?’ Ik sluit namelijk Henk wel aan op het dialyseapparaat, terwijl ik weet dat mijn patiënt (in dit geval, Henk) wel de regels overtreedt.

    Voor Henk Bont (als nierdialyse patiënt) geld een soortgelijke vraag: ‘Wat is belangrijker voor mij, mijn gezellige uitstapjes met vrienden en alcohol, of mij gezondheid?’

    Henk zal zijn eigen moreel (=normen en waarden) moeten uitzoeken en de ethiek (nagedachte) daarachter moeten vaststellen. Zal hij geen spijt hebben als hij er op latere leeftijd achter komt dat hij op dat moment geen goede keus had gemaakt?

    Fase 2: de analyse:

    Mijn handelingsmogelijkheden + voor- en nadelen:

    Als verpleegkundige kijk ik het liefste naar de gezondheid van de patiënt. Toch moet je verder de ethiek in. Wat maakt het dat mijn zorgvrager (in dit geval Henk Bont) toch de keus maakt voor de alcohol te gaan met alle gevolgen van dien. Het is van belang om in gesprek met de zorgvrager te gaan. Een voordeel hiervan is dat ik de gedachtegang van mijn zorgvrager ken en mijn beter kan inleven. Een nadeel van een gesprek aangaan, is dat het ook confrontatie is voor de zorgvrager, wat ook tegen je kan gaan werken.  

    Daarnaast is het als verpleegkundige verstandig de zorgvrager goede informatie te kunnen geven. Je moet de zorgvrager inlichten en overtuigen over de gevolgen. Inlichting en overtuigen kan ervoor zorgen dat de zorgvrager dubbel na gaat denken en uiteindelijk wel kan stoppen/ verminderen met, in dit geval, te veel drank.  

    In de beroepscode van de zorg staat: ‘Als verpleegkundige of verzorgende richt je je op de kwaliteit van leven en het welzijn van zorgvragers. Dat doe je door het bevorderen, in standhouden en herstellen van gezondheid en het voorkomen van ziekte en beperking of door lijden en ongemak te verlichten.’ In dit geval is dat erg lastig. Je wilt de zorgvrager graag helpen, maar het gaat tegen je gevoel in dat de zorgvrager (Henk) ook de ‘regels’ overtreedt.

    Artikelen uit de beroepscode die van toepassing zijn om mijn casus:

    • Artikel 1.5 : Als verpleegkundige/verzorgende ken ik de grenzen van mijn eigen deskundigheid en beroepsverantwoordelijkheid en verricht ik alleen handelingen die binnen deze grenzen liggen.

    Belangen: Je weet wat je doet, Geeft eigen grenzen aan

    • Artikel 1.9 : Als verpleegkundige/verzorgende zorg ik goed voor mezelf.

    Belangen: Het is belangrijk jezelf goed te onderhouden.

    • Artikel 2.1 : Als verpleegkundige/verzorgende ga ik ervan uit dat iedere zorgvrager recht heeft op zorg.

    Belangen: Vooral van toepassing in dit ethisch dilemma, elke zorgvrager heeft recht.

    • Artikel 2.3 : Als verpleegkundige/verzorgende stel ik in de zorgverlening de zorgvrager centraal.

    Belangen: De zorgvrager staat centraal.

    • Artikel 2.7 : Als verpleegkundige/verzorgende werk ik samen met de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger).

    Belangen: De zorgvrager mee laten denken in zijn/haar eigen ziekteproces. Ook moet je de omgeving van de zorgvrager betrekken.

    Alle andere artikelen uit de beroepscode zijn ook van belang. Alle artikelen dragen een steentje bij, bij het zijn van een goede verpleegkundige.

    Fase 3: de besluitvorming

    Zoals in de vorige fase beschreven, zijn alle artikelen uit de beroepscode belangrijk. Dit maakt je tot wie je moet zijn als verpleegkundige.

    Ik zou in het geval van mijn casus in gesprek gaan met Henk Bont en praten over zijn gedrag. Ik zou benoemen wat de risico’s kunnen zijn van dit gedrag. Uiteindelijk zou ik Henk Bont wel aansluiten of het dialyseapparaat, dit omdat hij recht heeft op zorg. Ik ben er immers voor de zorg en wil hem niet achteruit laten gaan in zijn ziekteproces. Wel zou ik regelmatig met hem in gesprek gaan en hem min of meer overhalen om te stoppen. Ook wanneer andere zorgvrager met een soortgelijk probleem zitten, zou ik hetzelfde gedaan hebben.

    Voordat ik dit soort keuzes zou gaan maken, zou ik eerst in overleg gaan met mijn collega’s en goed rapporten. Ik zou duidelijk rapporten, zodat als ik niet werkzaam ben op de volgende dialyseafspraak, dat een van mijn collega’s mijn taak kan overnemen.

    Ik zou in gesprek gaan met Henk Bont, maar hem wel aansluiten of het dialyseapparaat.

     

    Maak jouw eigen website met JouwWeb